Relatieve vochtigheid

De bepalende variabelen voor een aangenaam (binnen)klimaat zijn een combinatie van (lucht- en stralings)temperatuur, luchtverplaatsing (snelheid), de zelf uitgevoerde werkzaamheden (energiegebruik), kleding én relatieve luchtvochtigheid. Lees hier waarom het belangrijk is om deze vochtigheid in een ruimte goed beheersen en hoe planten hier hun steentje in kunnen bijdragen.

Wat is Relatieve Lucht Vochtigheid

In  onze omgevingslucht is water aanwezig in gasvorm.  In de lucht kan echter niet onbeperkt water worden verdampt. Op een bepaald moment zit de lucht “vol”. Wanneer de lucht vol is hangt af van de temperatuur van de lucht. Hoe warmer de lucht, hoe meer water de lucht kan opnemen. Daarom noemen we het de Relatieve lucht Vochtigheid (verder aangeduid als RV%).

 

De hoeveelheid vocht is gerelateerd aan de temperatuur van de lucht.
De RV% is ook gerelateerd aan de luchtdruk maar deze heeft naar verhouding veel minder invloed dan de temperatuur.

 

Concreet gezegd, bij 30°C kan er meer kilo water in de lucht aanwezig zijn dan bij 20°C. Voor de beleving is niet de hoeveelheid water in de lucht van belang maar wel de RV%.

RV% in de praktijk

Zowel thuis als op kantoor zou de relatieve luchtvochtigheid idealiter dus tussen de 40 en 60 procent moeten liggen.

 

Dat luchtvochtigheid en temperatuur aan elkaar zijn gerelateerd is iets om rekening mee te houden.  Als je bv. de temperatuur in een ruimte met 1°c laat stijgen, daalt de RV% met ongeveer 1,5%. Andersom werkt het ook zo; daalt de temperatuur met 1°c, dan stijgt de RV% met ±1,5%.

 

Hier kan voordeel uit gehaald worden. Vaak worden ruimten in de winter verwarmd tot wel 24 of 25°C. Tegelijkertijd wordt er veel geklaagd over te droge lucht en wordt de ruimte nog steeds ervaren als koud. Dáár zit het samenspel van de variabelen die een “aangenaam binnenklimaat” maken. We hebben te maken met een ventilatiesysteem en een verwarmingssysteem. Beide hebben effect op het gevoelsklimaat én hebben onderlinge samenhang.

 

Wanneer een gebouw bv. in de winter wordt verwarmd boven de temperatuur van de buitenlucht, dan daalt de relatieve vochtigheid binnen direct. Dit effect wordt veroorzaakt doordat koude lucht die wordt opgewarmd (die wordt aangevoerd van buiten) minder vocht kan bevatten dan warme lucht.

 

Wanneer de lucht in een (kantoor)ruimte dan te droog is, voelt die lucht ook koel  aan (effect van airco). Deze lucht beweegt door de ruimte als gevolg van de in werking zijnde ventilatie en geeft in deze situatie een onaangenaam gevoel.

 

Automatische reactie is om de temperatuur te verhogen; het voelt immers koud.
Het effect daarvan is echter dat de lucht nóg droger wordt door de hogere temperatuur en hiermee is de vicieuze cirkel een feit.

 

Het openen van ramen, luiken, deuren en/of ventileren van buitenlucht heeft geen enkele invloed op de relatieve luchtvochtigheid binnen, zolang als de binnentemperatuur hoger is dan de buitentemperatuur. Ook wanneer een gebouw wordt gekoeld zal de lucht snel te droog worden. De te droge lucht zal hierbij vocht proberen te onttrekken aan alle materialen, voorwerpen en personen in de ruimte, waardoor deze nog verder uitdrogen.

 

 

In plaats van het verhogen van de temperatuur is het verhogen van de RV% een veel betere optie. Wellicht kan zelfs de temperatuur wat omlaag met als extra gevolg een flinke energiebesparing!

 

 

 

Symptomen van hoge en/of lage RV%

Als de RV% te hoog is voelt dat als klam, zeker als het warm is.  Een (te) hoge RV% geeft ook een verhoogd risico op de groei van micro-organismen. Dit kan leiden tot hoofdpijn, benauwdheid en chronische neusverkoudheid.

 

Wanneer de RV% te laag is kan het lichaam ongemerkt veel vocht verliezen.
Bij beeldschermwerk waarbij de ogen weinig bewegen ontstaan oogklachten. Daarnaast kunnen er klachten als zere keel en hoofdpijn optreden.

 

RV% en griep en andere ziekten

 

Er is ook een verband tussen lage RV% en griep.

 

Het griepvirus is afhankelijk van een lage luchtvochtigheid. Het virus verspreidt zich in kleine druppeltjes die vrijkomen bij uitademen. Bij een hoge luchtvochtigheid kunnen deze druppeltjes goed water opnemen. Hierdoor nemen ze toe in grootte en vallen ze vrij snel als waterdruppels op de grond. Bij een lage luchtvochtigheid verdampt het water uit de druppeltjes juist snel. Er blijft eigenlijk alleen een lege kern over. Deze lege kern, waarin het virus zich bevindt, is heel licht en kan dus een tijd in de lucht blijven ‘zweven’. Hierdoor kan het griepvirus makkelijker in de bovenste luchtwegen terecht komen en iemand ziek maken. Omdat in de winter de lucht droog is, blijkt dit het ideale seizoen voor het griepvirus om te overleven.

 

Ook de bacteriën die verantwoordelijk zijn voor keelontstekingen (streptococcen) overleven het best bij een lage relatieve luchtvochtigheid. Andere bacteriën (staphylococcen) overleven dan weer het best bij waarden boven de 70-80%. RV% tussen 40 en 60% is voor deze ziekteverwekkers dus het meest dodelijk en effectief.

 

Het effect van planten

Levende planten zijn ademende organismen. Bij de ademhaling wordt naast zuurstof ook vocht uitgeademd. Schoon en in gasvorm zodat het meteen invloed heeft op de RV% van de ruimte waar de plant staat. Planten verdampen niet allemaal evenveel water. Een grootbladige Philodendron doet het bijvoorbeeld beter dan een cactus. Er zijn diverse oplossingen zoals living walls en kantoorplanten die bijdragen aan een gunstig RV%. Door te werken met beplanting op hydrocultuur verdampt water uit het luchtige substraat ook makkelijker dan bij aardecultuur.

 

Planten brengen dus niet alleen wat levendigheid en een warmer gevoel in de vaak strakke inrichting, maar ze verbeteren ook de luchtvochtigheid.

Het effect van / op rendiermos

Onze gestabiliseerde mossen zijn van nature uit zacht en sponsig, ze nemen vocht op wanneer het vochtig is en geven het weer af als een ruimte droog is. We adviseren hierbij een relatieve vochtigheid van 35% of hoger.

 

Wanneer de RV% onder de 35% zakt en of er veel ventilatie op de wand staat,  gaat het mos uitdrogen en kan het mos hard worden waarbij de kleuren van de wand iets doffer kunnen worden. Ook is het mogelijk dat er (lokaal) witte zoutafzetting ontstaat. Dit kan aangepakt worden door de wand (lokaal)  lichtjes met gedemineraliseerd water te benevelen of door de oorzaak aan te pakken en de lucht te bevochtigen met een luchtbevochtiger of één van bovengenoemde tips toe te passen. Bij een toename van de luchtvochtigheid neemt het mos vocht op en wordt het weer zacht, eventueel kleurverlies wordt dan op natuurlijke wijze hersteld. Enkel wanneer het mos hard zou zijn en er wordt tegen gestoten, kan er mogelijk schade ontstaan (die nadien eventueel geretoucheerd kan worden).